Situatie #6

Geregistreerd partnerschap

Anders dan in Nederland is in het buitenland een geregistreerd partnerschap niet altijd gelijkwaardig aan het huwelijk. Dat kan van invloed zijn op de mogelijkheden om in een bepaald land te adopteren. In het geval van een geregistreerd partnerschap kunnen in Rusland bijvoorbeeld niet beide partners hetzelfde kind adopteren. De aanvraag in dergelijke gevallen gaat dan, indien toegestaan in het betreffende land, op naam van een van de partners. Die is dan alleenaanvrager.

Cruciaal verschil: onbekend of gekend kind

Bij adoptie in het buitenland is het van belang of het gaat om een onbekend of een gekend kind. Bij een kinderwens gaat het in de regel om een willekeurig onbekend kind. Wil iemand een familielid adopteren, dan zal het gaan om een specifiek bekend kind, ook wel aangeduid als ‘gekend’ kind.

Adoptie van willekeurig onbekend buitenlands kind

Adopteert u vanwege een kinderwens? En wilt u vanuit Nederland een willekeurig onbekend kind in het buitenland adopteren? Er zal dan sprake zijn van een gesloten adoptie. En krijgt u te maken met strenge regels. Die staan in de Wet opneming buitenlandse kinderen ter adoptie (Wobka). De wet vindt u hier. U bent aangewezen op de diensten van de Stichting Adoptievoorzieningen. Over de voorwaarden kunt u lezen bij de Rijksoverheid.

Dan is er ook nog het land waar het kind vandaan komt. Andere landen hebben eigen adoptiewetten en die zijn allemaal verschillend. Uiteraard zult u ook aan de wetten van het herkomstland van het kind moeten voldoen.

Verder komt het Haags Adoptieverdrag om de hoek kijken. Fijn voor u als het herkomstland van het kind aan dat verdrag meedoet, want aangesloten landen erkennen elkaars adoptie. Dus als u bijvoorbeeld een kind in Sri Lanka adopteert, is die adoptie automatisch ook in Nederland geldig. U hoeft dan om de adoptie in Nederland erkend te krijgen niet meer naar de rechter. Voorwaarde is steeds dat u in Nederland het spel gespeeld heeft volgens de regels – lees: de Wobka – en dus over beginseltoestemming beschikt.

Adopteert u een kind uit een niet-verdragsland, dan wordt de buitenlandse adoptie niet automatisch in Nederland erkend en moet u daarvoor in Nederland naar de rechter. Ook in dit geval moet u de regels van de Wobka hebben gevolgd en beschikken over beginseltoestemming van de minister. Zo niet, dan staat uw zaak er minder florissant voor. Een advocaat is bij de gang naar de Nederlandse rechter verplicht.

Voorbeeld van een land dat het Haags Adoptieverdrag niet geratificeerd heeft, is Rusland. Een Russische interlandelijke adoptie wordt daarom niet automatisch in Nederland erkend. In een dergelijk geval stapt u om de adoptie erkend te krijgen naar de Nederlandse rechter, die in de regel zal eisen dat u het spel volgens de regels van de Wobka heeft gespeeld en dus over beginseltoestemming van de minister beschikt. Overigens doet Rusland moeilijk over adopties door mensen uit landen waar het homohuwelijk bestaat.

Adoptie van specifiek bekend buitenlands kind

Adoptie van een buitenlands gekend kind, bijvoorbeeld een neefje, nichtje of ander familielid, is op grond van de Wobka niet mogelijk.

Alternatieven

Er zijn alternatieven voor de Wobka-route, maar die hebben nogal wat voeten in de aarde. In de regel zal hier sprake zijn van een open adoptie

Het eerste alternatief is verhuizing van de adoptant(en) naar het land waar het kind woont. Die verhuizing mag niet pro forma zijn, de wet eist dat adoptant en kind in dat land legaal en bewijsbaar hun ‘gewone verblijfplaats’ hebben. Het is daarbij van belang dat u al in dat land woont wanneer u het adoptieverzoek indient bij de rechtbank en dat u er nog steeds woont op het moment van de toewijzing. Om later in Nederland de begindatum van de adoptieprocedure aan te kunnen tonen bewaart u het bewijs van indiening bij de rechtbank in uw woonland waar uw zaak dient. De einddatum is die van de adoptie-uitspraak.

Heeft u in het herkomstland van het kind uw gewone verblijfplaats en adopteert u daar, dan is er geen sprake van een interlandelijke, maar van een nationale adoptie in dat land. Daar heeft Nederland niets over te zeggen, dus Nederlandse wetten als de Wobka zijn niet van toepassing. U heeft ook geen beginseltoestemming van de minister nodig.

Die nationale buitenlandse adoptie wordt onder voorwaarden in Nederland van rechtswege erkend. De geldende voorwaarden staan in het Burgerlijk Wetboek, Boek 10, artikel 108. Een belangrijke eis is dat uit de beslissing van de rechter blijkt dat goed onderzocht is of het kind wel voor adoptie in aanmerking komt, dus of de biologische ouders niet buitenspel zijn gezet. Een en ander uiteindelijk ter beoordeling van de Nederlandse ambtenaar bij wie u als adoptant aanklopt voor bijvoorbeeld een paspoort voor het kind.

Een voorwaarde is ook dat het niet gaat om een zwakke adoptie. Het moet een sterke adoptie zijn.

In het geval dat Nederland de adoptie van rechtswege erkent, is het kind van een Nederlandse adoptant op grond van de Rijkswet op het Nederlanderschap (art. 5b, lid 1) ook automatisch Nederlander. En wel vanaf de eerste dag waarop tegen de rechterlijke adoptietoewijzing geen beroep meer mogelijk is. Op die dag treedt de kracht van gewijsde in.

Het Nederlandse paspoort voor uw kind kunt u aanvragen bij een Nederlands consulaat of bij een Nederlandse grensgemeente. Voor een aanvraag bij een grensgemeente moet het kind, ook al heeft het de Nederlandse nationaliteit, op een buitenlandervisum naar Nederland reizen. Neem een Schengen-visum voor de maximale duur van 90 dagen, want gemeenten kunnen er vanaf de datum van aanvraag twee maanden of soms langer over doen om het paspoort af te geven. De ambtenaar dient immers nog te beoordelen of aan de criteria voor het Nederlanderschap is voldaan.

Pas op! Als u niet voldoet aan de voorwaarden in Burgerlijk Wetboek, Boek 10, artikel 108, bijvoorbeeld omdat u als adoptant volgens de ambtenaar niet in het herkomstland van het kind woonde, erkent Nederland de adoptie niet. U rest niets dan naar de rechter te stappen om de adoptie alsnog erkend te krijgen en eventueel voor de zekerheid gelijktijdig (subsidiair) een Nederlands adoptieproces in gang te zetten. Een advocaat is daarbij verplicht.

De Nederlandse rechter kan oordelen dat uw adoptie aan de Wobka had moeten voldoen en dat u dus beginseltoestemming nodig had. Die toestemming kan niet post factum worden verleend. Niettemin kan de rechter vervolgens besluiten de adoptie toe te wijzen, bijvoorbeeld in het belang van het kind. Een zekere uitkomst is dit niet.

Het tweede alternatief zou misschien verhuizing kunnen zijn naar een land dat minder strikte eisen stelt aan een interlandelijke adoptie. Zo bestaat er in Duitsland geen officiële maximumleeftijd voor adoptanten. Voor erkenning naderhand in Nederland is vereist dat aan alle wettelijke eisen van de woonlanden van adoptant en kind zal zijn voldaan. Zo niet, dan in Nederland geen erkenning op grond van het Haags Adoptieverdrag, indien van toepassing. Bij dit tweede alternatief kan juridisch veel fout gaan, onder meer doordat er drie landen bij betrokken zijn.

In alle gevallen geldt dat de wet kan veranderen. Ook kunnen rechters de wet anders gaan interpreteren. Er had al een verschuiving plaatsgevonden in de interpretatie van het criterium ‘gewone verblijfplaats’. Voorheen was het voldoende als iemand kon laten zien waar hij op papier woonde, maar nu moeten adoptanten aantonen waar ze zich echt hebben opgehouden, aan de hand van abonnementen, bonnetjes van de supermarkt en andere bewijsstukken van daadwerkelijk verblijf.